Henny Jordaan is van oorsprong textielingenieur, is gek van luxe stoffen en heeft zijn hart verloren aan het onderwijs. Een kleurrijke docent die in dit TMOment over zijn evenzo kleurrijke loopbaan vertelt.
Wie ben je en wat doe je?
Ik ben Henny Jordaan, 64 jaar en werk sinds vijf jaar bij TMO. Mijn vakgebieden zijn Internationale Handel en Organisatie & Management. Daarnaast houd ik mij bezig met innovatie binnen de opleiding, ben ik betrokken bij het zogenaamde AT6, het onderzoekatelier van TMO, én begeleid ik afstudeerders in semester 7.
Naast TMO werk ik bij de Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN) als onderzoeker Fashion Supply Chain Management. Dit valt binnen het zogenaamde KennisDC Logistiek Gelderland dat met andere hogescholen in Nederland samenwerkt, waaronder TMO. Het mes snijdt dus aan verschillende kanten want we wisselen niet alleen kennis uit maar studenten van TMO draaien ook regelmatig mee in onderzoeken van de HAN.
Tot slot ben ik consultant voor brancheorganisatie Modint. Door hen word ik regelmatig ingehuurd voor textieltechnologie-trainingen.
Wat is je achtergrond?
Ik ben opgeleid tot Textielingenieur aan de toenmalige Textielschool in Enschede.
Ik kom uit een textielgeslacht. Van 1773 tot 1978 heeft de familie Jordaan een groot textielbedrijf gerund in Haaksbergen. We hadden een weverij, maakten japonstoffen, huishoudtextiel en we waren een belangrijke leverancier voor de Nederlandse confectie-industrie. Mijn passie voor stoffen is met de paplepel ingegoten. Als klein jongetje werd ik op zaterdag door mijn vader meegenomen naar het bedrijf. De keuze voor een textielopleiding lag dus voor de hand.
Het familiebedrijf heb ik niet kunnen overnemen, maar mijn liefde en passie voor stoffen is er altijd gebleven. Ik heb zelf ook een textielbedrijf gehad. Tot 1993 was ik samen met mijn vrouw de eigenaar van Home Comfort Textiles, een bedrijf in woning- en huishoudtextiel. Vanwege de concurrentie uit China moesten we daarmee stoppen. Daarna ben ik gevraagd door het Amerikaanse bedrijf Dawsom Plc. waar ik binnen de divisie badkamertextiel verantwoordelijk was voor Europa en het Midden-Oosten.
Daar komt de kennis van internationale handel vandaan die ik toepas in mijn lessen. Ik heb veel internationaal gewerkt, kan mij gemakkelijk verplaatsen in andere culturen. Het is onderdeel van mijn DNA geworden.
En toen de stap naar het onderwijs…
Zoals veel van mijn collega-docenten wil ik ook mijn kennis en ervaring uit de beroepspraktijk overbrengen naar studenten. Zodoende kwam ik in 1998 bij Artez terecht als zij-instromer in de master Mode, Vormgeving & Strategie. Ik combineerde deze baan met mijn werk als zelfstandig consultant en mijn opdrachten voor de branchevereniging. Daarna heb ik 15 jaar bij AMFI gewerkt en toen via een collega dus de overstap naar TMO.
Wat heb jij met fashion?
Ik kan nog steeds zwijmelen van mooie stoffen. Ik vind het heerlijk om de productiereizen van TMO te mogen doen met studenten en de productie van luxe stoffen zoals mooie wollen tweeds en cashmere van dichtbij te zien. Daar zie je waarom kledingstukken van bijvoorbeeld Chanel zo kostbaar zijn. Zij werken alleen met de allerbeste stoffen en kopen alleen bij top of the bill bedrijven.
Niet alleen het label maakt het kledingstuk duur, maar vooral de stof, de kleurenopbouw, het mengen van vezels en het productieproces.
Mijn lievelingsstof is zonder twijfel een mooie tweed. Tweedjasjes zijn tijdloos en de stof blijft altijd mooi. Mijn kledingstijl is informeel chique maar in het weekend zie je me in de Achterhoekse bossen in protective wear. Ik doe namelijk vrijwilligerswerk als natuurbeheerder.
Wat spreekt je zo aan in de opleiding van TMO?
Heel veel spreekt me aan: de samenwerking met collega’s, de openheid onderling, de kleinschaligheid van de opleiding, de connectie met de fashionbranche en natuurlijk het contact met de studenten. Hetgeen je erin stopt, zie je terugkomen in de ontwikkeling van de student. Het is niet sec kennisoverdracht maar ook ervaringsoverdracht. En liefde voor het vak!
Heb je tot slot een tip aan onze studenten?
Slechts één woord: geniet!