Wie ben je en wat doe je?
Mijn naam is Frans Siliakus en ik geef inmiddels al weer 12 jaar les op TMO. Ik ben verbonden aan het cluster Business Communication en geef daar de vakken Business Communication 1 en 2. Bij Business Communication 1 geef ik les in zakelijke teksten, niet zijnde correspondentie. Je moet dan denken aan notities, notulen, rapporten en memo’s. Bij Business Communication 2 gaat het vooral over zakelijke correspondentie, zoals de oude vertrouwde brief. Dat is mijn core business als je het zo mag noemen. Ik geef al bijna 40 jaar les in het schrijven van brieven.
Brieven? Iedereen mailt en appt toch tegenwoordig?
Dat klopt, maar er worden gelukkig ook nog steeds zakelijke brieven geschreven. Bovendien worden brieven ook per mail verstuurd en moet men zich gelukkig nog steeds houden aan de eisen die worden gesteld aan een zakelijke brief. Die etiquette lijkt soms teloor te gaan, maar niet in mijn lessen. Ik leer mijn studenten hoe ze een correcte zakelijke brief schrijven met de goede aanhef en de juiste afsluiting.
Naast Business Communication geef ik ook Research Methods. Hierbij gaat het om het bestuderen van onderzoeksrapporten om daarover een artikel te kunnen schrijven. Daarnaast help ik studenten op weg met het schrijven van hun eindscriptie.
Je bent dus eigenlijk veel meer dan docent Nederlands?
Het stijgt daar wel bovenuit ja. Met de Nederlandse taal an sich doe ik niet veel op TMO. Ik ga er vanuit dat TMO-studenten het Nederlands goed beheersen. Mijn missie is het bijbrengen van zakelijk Nederlands en de kunst van het formuleren.
Vertel eens iets over je loopbaan
Vanzelfsprekend is Nederlands de rode draad in mijn loopbaan. Ik heb eerst Nederlands gestudeerd en ben daarna begonnen met werken in het reguliere onderwijs. Vervolgens ben ik bij Schoevers gaan werken. Lesgeven aan een particuliere school beviel mij vanaf de eerste dag. Dat heeft vooral te maken met het type student en omdat ik mezelf mocht bezighouden met wat mij boeit in de Nederlandse taal, namelijk stijl en correspondentie. De overstap van Schoevers naar TMO volgde jaren daarna. Een oud-Schoevers-collega die bij TMO werkte, vertelde me steeds lovende dingen over TMO, dus toen er een vacature binnen mijn vakgebied kwam, heb ik direct gesolliciteerd. Het type student bij TMO was zeer herkenbaar, ik voelde mij dus meteen thuis.
Daarnaast bevalt de aard van het onderwijs binnen TMO me erg goed. De afwisseling van klassikaal lesgeven en projecten vind ik erg prettig. Last but not least mogen wij in een prachtige omgeving werken. Die combinatie van factoren maakt werken bij TMO voor mij heel plezierig.
Heb je iets met de fashionbranche?
Professioneel gezien niet. Ik heb echter wél iets met kleding, dat wil zeggen ik houd ervan mijzelf goed te kleden. Je zult mij nooit in slordige kleding zien. Als ik voor de klas sta, draag ik meestal een kostuum met stropdas. Zo nu en dan ontvang ik complimenten van studenten over mijn in hun ogen dandy kledingstijl. Ik vind dat leuk, kleding is voor mij belangrijk.
Heb je nevenactiviteiten binnen TMO?
Naast onderwijs, heb ik nog twee taken op organisatiegebied. Ik verzorg wekelijks redactioneel ons interne bulletin Berichten, een digitaal magazine voor TMO-medewerkers en ik ben voorzitter van de ondernemingsraad van TMO. In die laatste functie zorg ik ervoor dat de medezeggenschap op een uitgebalanceerde wijze gestalte krijgt. Ik vind het belangrijk zowel de belangen van de organisatie als die van de medewerkers te kunnen dienen.
Wat hoop jij dat je studenten kunt bijbrengen?
Ik hoop een bijdrage te kunnen leveren aan de taalontwikkeling van mijn studenten. Als ze bij TMO starten, is hun taalniveau in orde, maar valt er nog veel op het gebied van stijl en formuleren bij te brengen. Ik hoop dat zij over jaren nog terugdenken aan de lessen die ik hun gegeven heb en dat zij er gebruik van maken binnen hun functie.
Tot slot…
Het mag duidelijk zijn dat taal de rode draad is in mijn leven. Dat blijkt ook uit mijn hobby. Van tijd tot tijd maak ik een gedicht. Enige jaren geleden heb ik een dichtbundel gepubliceerd met de titel ‘Door de dood bekoord’. Dat klinkt ernstiger dan het is hoor. Het gaat vooral over bewust leven, het zien van de schoonheid van het leven en het besef van de enorme waarde van ons bestaan.