TMOment: Winnie Todd-Kooij

Winnie Todd-Kooij is al zo’n 22 jaar verbonden aan TMO. Als docent maar ook heeft zij zich geruime tijd ingezet als voorzitter en secretaris van de Ondernemingsraad. Begin dit jaar trad zij na acht jaar OR-schap af. Tijd voor een TMOment.

Wie ben je en wat doe je?
Mijn naam is Winnie Todd-Kooij en ik ben inmiddels al zo’n 22 jaar als docent Engels verbonden aan TMO. Naast mijn docentschap ben ik studieadviseur, scriptiebegeleider en beoordeel ik in voorkomende gevallen Engelstalige scripties op taalgebruik en grammatica.

Wat is je achtergrond?
In tegenstelling tot veel collega’s, kom ik niet uit de modebranche. Ik heb Engels gestudeerd in Leiden met daarbij vakdidactiek. Na mijn studie ben ik meteen les gaan geven. Dat ging eigenlijk toevallig. Ik werd gevraagd om tijdelijk in te vallen tijdens mijn scriptiefase met als gevolg dat mijn scriptie in de pauzestand kwam. Dat tijdelijke werd een jaar en daarna een blijvertje. Na die eerste docentenbaan heb ik veel andere banen gehad. Van het laboratoriumonderwijs tot en met de Pabo. Ik heb een tijdje in Engeland gewoond maar in die periode geen les gegeven. Kort voor mijn terugkeer naar Nederland kreeg ik van de vacature bij TMO toegestuurd. Ik had een gesprek met Van Domselaar en zo geschiedde. Hij vond me in eerste instantie te oud, haha. Moet je nagaan… 22 jaar geleden.

Wat heb je met de fashionbranche?
Ik ben geïnteresseerd in kleding kopen maar van het modejargon wist ik niet zoveel destijds. Ik ben toen de Engelse Vogue en Elle gaan lezen, ging me verdiepen in trends en vakjargon. Al lezende ben ik een ‘expert’ in het benoemen van kledingstukken geworden. Dankzij die Engelstalige bladen heb ik veel over mode geleerd. Omgekeerd adviseer ik mijn studenten die moeite hebben met de Engelse taal, deze modevakbladen te lezen.

Heb je nevenactiviteiten binnen TMO?
Sinds kort niet meer. Ik heb lang in de Ondernemingsraad gezeten. Eerst als voorzitter en later als secretaris. Per 1 januari ben ik gestopt omdat mijn twee termijnen erop zaten. Totaal heb ik acht jaar OR-werk gedaan. Waarom? Voornamelijk uit interesse voor de organisatie. Ik vond het leuk om de organisatie van binnenuit en van dichtbij te zien. En natuurlijk om medezeggenschap te hebben. Een stem die is verbonden met wat er leeft bij de medewerkers. Die stem vanuit de achterban is goed tot uitdrukking gekomen, denk ik. We hebben meer bekendheid gekregen en zijn vindbaar en benaderbaar voor medewerkers. Met name in tijden van veranderingen, ging de OR meer leven. Ik vind het nog steeds razend interessant dus in die zin vind ik het jammer dat mijn termijn erop zit.

Wat hoop jij dat je studenten kan bijbrengen?

Vanzelfsprekend een goede beheersing van de Engelse taal in woord en geschrift en vooral dat zij zich internationaal, in een Engelstalige omgeving, op hun gemak voelen. Ik vind het heel leuk als studenten naar het buitenland gaan en dan zelfverzekerd over hun Engels terugkomen. Dat is toch een pré in je toekomstige baan. We leggen hier gezamenlijk de basis en dan is het tijd de wereld in te gaan.

Brochure
Open dag
Proefstuderen